18 MAART 1991 Maandagochtend, drie dagen voor de lente begint. De telefoon rinkelt op een onmenselijk vroeg uur. Nog niet helemaal wakker en inwendig vloekend om het zoveelste verkeerd gekozen nummer, neem ik op. “Er is iets mis met pap,” hoor ik, “’t is zijn hart, de dokter is er, en de ...